Publicaties
In de loop der jaren
zijn er talrijke publicaties geweest over Pieter Stoop. Aangezien het
onmogelijk is deze allemaal te vermelden is er gekozen voor een kleine selectie.
“Pieter Stoop wordt op 18 januari 1946 geboren in Breda. Hij breekt door in een tijd waarin expressief schilderende kunstenaars, de zogenaamde Neue Wilde, internationaal furore maken en de schilderkunst in de schijnwerpers zetten. De wilde schilderstijl en expressieve doeken van Stoop sluiten perfect aan bij deze stroming én de tijdgeest.
De legendarische museumdirecteuren Rudi Fuchs en Jan Debbaut zijn grote verdedigers van Stoop en zoals veel andere musea staat ook Het Noordbrabants Museum vooraan in de rij voor zijn werken. Nog steeds duiken we regelmatig het depot in om een van zijn schilderijen te kunnen laten zien aan bezoekers”.
De essentie is niet dat Pieter Stoop het landschap als uitgangspunt neemt; het gaat erom hoe de
beweging van verf en kleur het oppervlak transformeert in iets anders: de kunst
van de schilder."
Rudi Fuchs
Kunsthistoricus en voormalig directeur Stedelijk Museum Amsterdam
"als je een kunstwerk ziet dan zie je gelijk of het goed is of niet. Hetzelfde
als een citroen die zuur is, dat is geen keus. Bij Stoop zie je dat het goed
is. Het kunstwerk overrompeld je als het goed is. Het omarmt je. Dat omarmen
had ik bij Stoop.
Als
Stoop het schilderen als een strijd met het doek zag dan heeft hij deze stijd
gewonnen. Glansrijk gewonnen.
Rudi Fuchs
Kunsthistoricus en voormalig directeur Stedelijk Museum Amsterdam
‘’Het nieuwe werk dat Pieter Stoop hier presenteert
verschilt op het eerste gezicht vrij sterk van de schilderijen die bij een
vorige gelegenheid -in 1979- in het Van Abbemuseum werden getoond. Die herinner
ik mij als grote abstracte doeken, helder en kleurrijk beschilderd, waarvan de
zeer ruimtelijke beeldstructuur werd bepaald door elkaar overlappende kleurvlakken
en een strak geordend lijnenspel. De nieuwe schilderijen zijn anders van kleur
en sfeer – anders geschilderd ook. Ze lijken minder abstract, alsof ze weer
terug verwijzen naar de realiteit – vage herinneringen aan een ongerepte
natuur.
Bij Pieter Stoop wijst zo’n verschil niet zozeer op een
veranderende artistieke houding tegenover het schilderen. Het is eerder een
andere uitkomst, een nieuw formeel resultaat van zijn manier van werken die
altijd al gericht was op het onderzoeken en ontdekken van nieuwe mogelijkheden
tijdens het schilderen zelf. Hij heeft geen vooropgezette ideeën hoe een schilderij
-hoe kunst- eruit moet zien, maar werkt vanuit een mentaliteit die open staat
voor ervaringsgegevens; zo nodig aarzelt hij niet van aanpak te veranderen, te
experimenteren en risico’s te nemen, omdat hij zich vooral niet wil vastleggen
op vaste patronen en geijkte kijkgewoontes. Hij is daarbij niet zozeer op zoek
naar het nieuwe, maar naar de essentie: de reductie van middelen, het zoeken
naar een steeds verder verdiept inzicht in het proces van beeldvorming. De
ervaring – het steeds weer opnieuw kijken naar de natuur, maar ook naar het
werk van andere kunstenaars – betekent voor hem een noodzakelijke aanvulling
van zijn visuele repertoire, waaruit mettertijd steeds meer kan worden
weggelaten als overtollig, steeds minder overblijft wat verder kan worden uitgediept.
In zoverre er bij deze nieuwe schilderijen sprake is van een terugkeer naar het landschap – een kringloop dus – is deze terugkeer niet een symptoom van onmacht – maar eerder de terugkeer van de reiziger die na een lange afwezigheid weer op dezelfde plek aanbeland en die plek anders – als voor het eerst – waarneemt. Niet het landschap is veranderd, maar de reiziger; jaren ouder – en misschien wel rijper en wijzer geworden van het vele reizen’’
Jan Debbaut
internationaal museumdirecteur
“De schilderijen van Pieter Stoop zijn vooral een reflectie van zijn emoties op het moment van schilderen. De aanleiding tot het schilderij, het landschap, verdwijnt tijdens het schilderen steeds meer uit het beeld. Het landschap laat weliswaar zijn sporen op het doek achter, maar een duidelijke visuele herkenning verdwijnt door Stoops ruige en dynamische manier van schilderen. Verfbeelden en kleuren komen tijdens het schilderen op de voorgrond en verdringen de landschappelijke verwijzingen. Wat rest zijn flarden, herinneringen aan wat eens een landschap is geweest. Zo ontstaat een expressief en contrastrijk kunstwerk”.
“De landschappen van Pieter Stoop zijn doorleefd en ruig. Vaak ogen ze chaotisch en onherkenbaar, alsof de natuur niet meer dan herinneringen op het doek heeft achtergelaten. Zijn landschappen refereren op een abstracte, expressionistische manier aan rivieren, watervallen en dieren. Het is een reflectie van zijn emoties op het moment van schilderen. Hierdoor ontstaat een expressief en contrastrijk werk, dat toch een zekere harmonie heeft. Dit spanningsveld maakt zijn werk boeiend. Zelf zegt Stoop over zijn werk: “Het gaat niet over het landschap, maar over het schilderen. Het onderwerp, het landschap, is een aanleiding om tot een schilderij te komen.”
Bron: Kunstmakelaardij Metsemaekers, Oirschot.
Het schildersbeest Pieter Stoop is
helemaal terug op het podium.
Door toeval botsten de conservatoren van het Noordbrabants Museum op een groot aantal, nooit eerder getoonde schilderijen van Pieter Stoop. Dat leverde een tamelijk indrukwekkende tentoonstelling op. Ze moesten íets doen
om binding te houden met het publiek tijdens de covid-periode en dus maakte ook
het Noordbrabants Museum filmpjes, van de collectie met name. In een daarvan
werd een werk van Pieter Stoop (Breda, 1946) besproken en vroegen de
conservatoren Hans November en Charlotte Hoitsma zich af hoe het nu toch zou
gaan met de schilder.
Indrukwekkende olieverven.
Die oproep werd
gehoord door de dochter van de in Eindhoven wonende kunstenaar en contact was
snel gelegd. Tijdens het bezoek aan de kunstenaar zagen November en Hoitsma een
indrukwekkende hoeveelheid olieverven en gouaches. Die zelden of nooit te zien
zijn geweest én die een goede dwarsdoorsnede van zijn loopbaan vormen. Iedereen
weet dan: dat schreeuwt om een tentoonstelling: ‘Pieter Stoop. Groots en Wild’
is uiteindelijk het resultaat.
Want, voor de goede
orde, Pieter Stoop was een beetje in de vergetelheid geraakt. Voor zijn laatste
serieuze solotentoonstelling moeten we terug naar januari 2011, bij
Metzemaekers in Oirschot. En dat was een zeer bescheiden presentatie, vanwege
de (toen nog) beperkte ruimte van de kunsthandel.
De Bredanaar wilde eigenlijk naar de
kunstacademie, maar dat werd tegengehouden door zijn ouders.
Wat een verschil met
de jaren zeventig en tachtig in de vorige eeuw, toen solo’s te zien waren in
onder meer het Van Abbemuseum in Eindhoven en het Gemeentemuseum in Arnhem. De
Wetering Galerie in Amsterdam en - later ook - Galerie Lambert Tegenbosch in
Heusden/Eindhoven, wijden vaak presentaties aan zijn werk.
De basis voor dat
succes werd gelegd in Tilburg waar Stoop studeerde aan de Academie voor
Beeldende Vorming. De Bredanaar wilde eigenlijk naar de kunstacademie, maar dat
werd tegengehouden door zijn ouders. Een studie die opleidde tot
(kunst-)docent, dat kon nog net. Na Tilburg volgde de Jan van Eyck in
Maastricht. Daar botste hij met docent Ko Sarneel, die vond dat Stoop beter
tekendocent kon worden ‘daar verder talent ontbrak’. Stoop trok zich weinig van
aan, werkte onverdroten verder en won prompt in 1972 de prijs voor de beeldende
kunst van de gemeente Maastricht. Over een lange neus gesproken…
Kolkende lijnen.
Wat Stoop dan maakt,
zijn abstract-expressionistische doeken. Uitgangspunt is het landschap, beter:
het landschappelijke, maar dat wordt steeds meer naar de achtergrond gedrongen.
Op de vaak zeer forse doeken kolken de lijnen, vlakken, strepen en de druppels
over elkaar. Eerst in vooral grijze en witte tinten, later, eigenlijk vanaf
1978, gebruikt Stoop steeds meer kleur.
Die grote doeken, die
zijn nodig want: ‘omdat die het mogelijk maken met mijn hele lijf te
schilderen’, aldus de kunstenaar in de catalogus van de expo ‘Schilderkunst in
Noord-Brabant na 1945’. Hij verdunt de verf met terpentine en strijkt laag over
laag, dag in dag uit; wekenlang. Het gaat bij Stoop dan niet meer over het
schilderij, het eindproduct, maar om het schilderen zelf, het proces. Of zoals
Rudi Fuchs, directeur Van Abbemuseum het eerder formuleerde: ,,De essentie is
niet dat Pieter Stoop het landschap als uitgangspunt neemt; het gaat erom hoe
de beweging van verf en kleur het oppervlak transformeert in iets anders: de
kunst van de schilder.”
Armando.
En wat zie je dat goed
in de - vaak wat oudere - schilderijen die nu in het Noordbrabants Museum
hangen. Er is bijvoorbeeld een fors olieverf uit 1985 waarin kruisachtige
vormen figureren en dat werk doet niet onder voor een Armando. En het
schilderij uit 1992 waar prachtige blauwe en witte tinten elkaar bevechten, zet
het werk van Ger Lataster vlakweg in de schaduw. Kortom: het schildersbeest is
weer helemaal terug op het podium. Terecht.
Expositie haalt Neue Wilde-schilder Pieter Stoop uit de vergetelheid
Het Noordbrabants
Museum wijdt tot en met 2 oktober 2022 een expositie aan het werk van Pieter
Stoop (Breda 1946). Met name in de jaren tachtig en negentig was hij een
bekende schilder en zijn werk in de stijl van de Neue Wilde was in trek bij
kunstverzamelaars en musea. Onder meer het Van Abbemuseum en het Stedelijk
Museum in Amsterdam maar ook Het Noordbrabants Museum kochten werk van hem.
Kunstkenner Rudi Fuchs was en is een groot fan van Stoop.
Maar Pieter Stoop
raakte daarna langzaam in de vergetelheid en het is curieus dat dankzij de
coronapandemie zijn doeken nu weer in de belangstelling staan. Het Noordbrabants
Museum was een groot aantal maanden gesloten vanwege corona. Om toch een band
te houden met de bezoekers maakte de Vlaamse presentator Lucas De Man video’s
van werken in het depot van het Bossche museum. De grote, expressieve doeken
van Stoop trokken daarbij meteen de aandacht. Zo ontstond het idee om een
tentoonstelling op te zetten met ook werken die niet eerder voor het grote
publiek te zien waren.
Podcast
Het was zelfs niet
bekend of Stoop nog wel leefde, maar na een oproep meldde zich een dochter van
de kunstenaar. Stoop is inderdaad nog steeds onder de mensen, woont in
Eindhoven, maar schilderen doet hij al een aantal jaren niet meer. Het
culturele radioprogramma GrensGeluiden heeft een podcast gemaakt over de
schilder en de expositie. Charlotte Hoitsma, conservator van Het Noordbrabants
Museum, geeft daarin in een gesprek met interviewer Yvonne Ton een toelichting
op de tentoonstelling en op de schilder.
Overzicht
van werken van Pieter Stoop in Het Noordbrabants Museum.
Stoop zelf was niet in
de gelegenheid om aan deze podcast mee te werken, maar er zijn van hem wel
interviewfragenten te horen uit een video die het museum maakte. Daarin zegt
hij onder meer over zijn werk dat hij “niet zo snel tevreden was en een hele
hoop heeft weggegooid”. Dat Stoop in de kunstwereld uit beeld is geraakt heeft
er misschien ook mee te maken dat hij er nooit van hield om in de spotlights te
staan, vertelt hij in de podcast.
In zijn huis in Eindhoven bevonden zich echter tal werken die de kritische blik van Stoop hebben doorstaan. Charlotte Hoitsma kon uit deze collectie putten om de tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch samen te stellen. De ‘huiscollectie’ van Stoop is daarbij aangevuld met een van de ongeveer tien werken die het museum
in zijn bezit heeft.
Conservator Hoitsma
hoopt dat deze expositie Pieter Stoop de aandacht en de waardering brengt die
hem toekomt. Want zijn werk mag dan misschien uit het oog zijn verloren, maar
het heeft daarmee niet aan kracht ingeboet, aldus Hoitsma in de podcast. (en)
Groots en Wild.
Expositie van werken van Pieter Stoop. Het Noordbrabants Museum tot en met 2
oktober 2022.
Feuilleton: Hij schilderde met zijn hele lijf.
Voordeel van de voorbije lockdowns is dat museummedewerkers weer eens goed hebben kunnen rondkijken in de depots. Vaak levert dat verrassende resultaten op. Zo heeft Het Noordbrabants Museum in Den Bosch de abstracte schilderijen van Pieter Stoop tevoorschijn getoverd.
Pieter Stoop (Breda, 1946) exposeerde midden jaren zeventig met leeftijdgenoten als Pieter Verhoef, Eli Content en Jan Andriesse onder de titel Elf schilders in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Zijn doorbraak; Rudi Fuchs kocht zijn werk aan voor het Van Abbemuseum en ook het Noordbrabants Museum verwierf elf schilderijen.
Daarna ging het zoals met al die andere kunstenaars die abstract schilderden. Wat in de jaren tachtig dé leidende stroming leek in de schilderkunst, verdween in de decennia daarna naar de achtergrond. Kunstenaars die niet meebewogen, raakten uit de gratie; hun kansen om te exposeren werden snel minder. Zo verging het ook Pieter Stoop; zijn meest recente expositie is alweer van ruim tien jaar geleden.
Het Noordbrabants Museum vond zijn werk in het depot en viert het als een herontdekking. Het museum spoorde de intussen gestopte kunstenaar op, en combineert werken uit de eigen collectie met zelden getoonde doeken uit Stoops atelier voor de solo-presentatie Pieter Stoop: Groots en wild.
De hernieuwde kennismaking laat zien dat Stoops expressieve schilderstijl niets aan kracht heeft ingeboet; zijn werk doet allerminst gedateerd aan. De invloeden van Willem de Kooning en Bram van Velde zijn nog steeds zichtbaar; vooral de grote werken ogen nog steeds fris en krachtig.
Pieter Stoop volgde opleidingen in Tilburg en Maastricht, aanvankelijk wilde hij tekenleraar worden. Na een paar jaar gewerkt te hebben in Amsterdam ontwikkelde hij in zijn zoektocht naar een evenwicht tussen organische en geometrische vormen een eigen stijl.
In een oud interview zei Stoop meer bezig te zijn met het schilderen dan met het schilderij. In Den Bosch is goed te zien wat hij daarmee bedoelde: laag voor laag zette hij zijn doeken op, met grote streken. Hij schilderde met zijn hele lijf.
Stoop onderscheidde zich van zijn generatiegenoten door zijn vloeiende, beweging suggererende verflijnen. Soms, op een aantal gouaches, is de invloed zichtbaar van het neo-expressionisme van de Nieuwe Wilden uit Duitsland. Wat Pieter Stoop: Groots en wild vooral laat zien, is dat Stoop destijds terecht tot de top van het Nederlandse abstract-expressionisme werd gerekend. Terecht.
Bron: Zout Magazine, geschreven door Gerrit van den Hoven 09-2022. https://www.zoutmagazine.eu/hij-schilderde-met-zijn-hele-lijf/